Gestileerde weergave van een boom bij Blauwborgje. De boom bestaat uit enkele rake lijnen, met een draaigroei zichtbaar in de stam, bekender van alleenstaande wilgen en eiken. Ondanks de wind ontmoeten de hoge takken elkaar in een keurige afsluiting van het beeld. De boom staat op de wasplaats bij het Blauwborgje, alleen een emmer die half achter de stam verscholen hangt wijst daarop. De entourage bestaat uit wat vervallen hekjes en verder donkere vlakken, die vooral lijken te dienen evenwicht in de compositie te scheppen. Links onderin is in spiegelbeeld in een cirkeltje de P van het Ploeglogo te zien. Op de steen tekende ze het in gewoon-beeld en rechts, waar ze normaal signeerde.
Het gehele werk is gekaderd, verwijzend naar de fotografie, waar deze techniek vaker werd toegepast. Het geeft aan, dat de kunstenaar het afgebeelde tafereel op die manier heeft gezien en vastgelegd.
kunstenaar | Alida Martens-Pott (1888 - 1931) |
genre | Ommelanden |
techniek | litho |
afmetingen | 31 x 24 cm |
datering | ca. 1920 |
signatuur | rechtsonder |
ploeglid | ja |
inventarisnummer | 00007 |
opschrift | Linksonder in spiegelbeeld in een cirkeltje de P van het Ploeglogo |
bijzonderheden |
|
plaats | Blauwborgje |
expositie | Groninger Surprises (2009 -2010) |
schenker | Dhr. en mevr. Martens, Groningen |
aanwinstjaar | 1991 |
publicaties |
Alida Pott is van de Groninger kunstenaarsvereniging De Ploeg één der minder bekende leden. Haar oeuvre is beperkt gebleven doordat ze naast haar vrije werk een baan had als tekenlerares, en na haar huwelijk met George Martens het kostwinnerschap op zich nam en de zorg voor hun twee zonen. Ze had ook nog eens te maken met een zwakke gezondheid: door een ongeneeslijke longziekte stierf ze al op haar 43e. Toch was Pott een zeer gewaardeerd lid van De Ploeg. Ze was erbij vanaf de oprichting in 1918 tot aan haar dood in 1931, vervulde verschillende bestuursfuncties, werd geprezen om haar persoonlijkheid en artistieke oordeel, zo bevestigen notulen uit die periode.
Haar ontwerp van een gestileerde ‘P’ werd in 1919 gekozen als Ploegembleem. Toen andere Ploegleden het ruigere expressionisme omarmden (Wiegers, Altink, Dijkstra) of een meer constructivistische stijl gingen ontwikkelen (Alkema, van der Zee) bleef Alida Pott trouw aan haar zeer persoonlijke aquareltechniek. Deze kenmerkte zich door trefzeker en beheerst opgezette lijnen, sober en decoratief, waarlangs irreële kleuren intens werden opgebracht, verlopend naar een zweem van die kleur in de naastgelegen vlakken, in een delicate transparantie.
Bij portretten neigde die soberheid soms tot een karikaturaal beeld, bij landschappen tot abstracte en gestileerde ideaalbeelden van wat ze aantrof, meestal in de omgeving van het Blauwborgje, waar veel Ploegleden hun inspiratie opdeden. De afgebeelde litho vereiste uiteraard een heel andere techniek. Toch zien we een aantal van de genoemde kenmerken van Pott’s werk er in terug. Een boom met enkele rake lijnen gevangen, draaigroei zichtbaar in de stam, bekender van alleenstaande wilgen en eiken. Ondanks de wind ontmoeten de hoge takken elkaar in een keurige afsluiting van het beeld. De boom staat op de wasplaats bij het Blauwborgje, alleen een emmer die half achter de stam verscholen hangt wijst daarop. De entourage bestaat uit wat vervallen hekjes en verder donkere vlakken, die vooral lijken te dienen evenwicht in de compositie te scheppen. Links onderin is in spiegelbeeld in een cirkeltje de P van het Ploeglogo te zien. Op de steen tekende ze het dus in gewoon-beeld en rechts, waar ze normaal signeerde. Het zegt misschien iets over haar verbondenheid met de kunstenaarskring, wellicht was dit werk het product van zo’n middag samen er op uit.
Toen fotografie nog analoog was, vijlde menig fotograaf het stalen kadertje in de zwartwitvergroter iets op tot buiten het kleinbeeldformaat, en drukte dat licht mee af. Een kwaliteitskenmerk waarmee de fotograaf wilde zeggen: zo heb ik het gezien en vastgelegd, dit is het hele beeld, ik hoefde er niets meer aan te doen. Het door Pott aangebrachte kader doet daar aan denken, passend bij haar krachtdadige stijl.
Jan van Paassen.
Annemarie Timmer, ‘Als het nagloeien van een intens gevoel – De Kunst van Alida Pott’ in: Ekke A. Kleima, George G. Martens, Henk Melgers, Alida J. Pott, Jannes de Vries - Bezield met meer of minder moderne geest, red: A. Burema, e.a., Groninger Museum, Groningen 2003.