In zwart krijt getekende aangemeerde platbodem, met daarachter de boeg van een volgende boot. Het zwaard is even in zwart geaccentueerd; het weerspiegelende water is met weinig middelen aangeduid. Een man op de oever is bezig de boot vast te leggen.
De bomen op de oever reiken tot aan de bovenrand van de tekening en op de achtergrond zien we tussen de bomen de contouren van een dorpje met kerktoren. De verschillende kleuraanduidingen, het groen en lichtblauw van de boot met hier en daar een rood accent en het rood van de daken, verlenen de voorstelling een zekere dynamiek.
kunstenaar | Jan Altink (1885 - 1971) |
genre | Ommelanden |
techniek | pastelkrijt |
afmetingen | 33,5 x 46 cm |
datering | ongedateerd |
signatuur | rechtsonder |
ploeglid | ja |
inventarisnummer | 00930 |
bijzonderheden | Docent aan de Academie Minerva te Groningen |
plaats | Boterdiep |
exposities | |
schenker | Dhr. D. Stubbe, Groningen |
aanwinstjaar | 2009 |
collectie | Collectie Stubbe (schenker) |
publicatie | Leraren van de Academie Minerva: Een keuze uit twee eeuwen kunst en kunstonderwijs in Groningen, Francis van Dijk, blz. 44-47 |
In de gevarieerde collectie die Kunst Behoud Groningen in 2008 van Derk Stubbe heeft verworven, bevindt zich ook deze mooie pasteltekening van de Groningse schilder Jan Altink.
Altink was een van de oprichters van “De Ploeg” (1918) en tevens de naamgever van deze Groninger kunstgroep. Zoals bekend waren het de schilders van De Ploeg die in de jaren twintig de schilderkunstige aspecten van het Groninger landschap ontdekten. Hun nieuwe kijk op het noorden in combinatie met hun artistieke vernieuwingsdrang leverde kunst op die tot dan toe onbekend was in Groningen. De leden troffen elkaar bij het Blauwborgje, twee boerderijen gelegen aan de Reitdiepsdijk vlakbij de stad. Daar werd intensief geschilderd en getekend, getuige de talrijke “Ploegschilderijen” die deze omgeving tot onderwerp hebben. Van de Ploegschilders was Jan Altink de beste landschapsschilder. Zijn werk was voor anderen een aansporing om het Hogeland ook te gaan schilderen, zoals voor Jan van der Zee, die zich in 1922 met constructivistisch werk bij De Ploeg had aangesloten. Ook op het werk van Ekke Kleima, van huis uit wiskundeleraar, en Job Hansen, architect, had de ‘pur sang’ schilder Altink invloed. Vanaf 1927 trok hij regelmatig met beiden naar buiten om daar te schilderen.
Aanvankelijk schilderde hij expressionistische landschappen met contrastrijke vlakken, zwaar van kleur. Na 1925 koos hij voor een impressionistische benadering. Licht en ruimte gingen een belangrijke rol spelen. Er ontstonden schilderijen met harmoniërende kleuren, korte, losse penseelstreken, de verf bijna speels, luchtig opgebracht. Werken die de schoonheid van het zachte noordelijke licht en de ruimte van het Hogeland invoelbaar wisten te maken. Zijn nieuwe manier van schilderen vond veel navolging binnen De Ploeg.
Behalve schilder was Jan Altink een goed tekenaar. De tekeningen vormen een doorlopende schakel in de ontwikkeling van zijn oeuvre. Snelle, spontane schetsen, direct buiten gemaakt, waarin alleen dat werd vastgelegd wat hij als scherpe observator voor de voorstelling nodig achtte.
In deze pastel “Woonschepen Boterdiep” zien we de kracht van zijn tekenaarschap. Met enkele rake lijnen in zwart krijt heeft hij de karakteristieke vorm van een aangemeerde platbodem neergezet, met daarachter de boeg van een volgende boot. Het zwaard is even in zwart geaccentueerd; het weerspiegelende water met weinig middelen aangeduid. Een man op de oever is bezig de boot vast te leggen, wat het karakter van een momentopname versterkt.
De verticalen van de bomen op de oever reiken tot aan de bovenrand van de tekening en op de achtergrond zien we tussen de bomen de losse contouren van een dorpje met kerktoren. De verschillende kleuraanduidingen, het groen en lichtblauw van de boot met hier en daar een rood accent en het rood van de daken, verlenen de voorstelling een zekere dynamiek. Een schets, onuitgewerkt, wellicht vluchtig gemaakt, maar juist om zijn essentie zo trefzeker. Met deze pastel voert Jan Altink ons mee in de beleving van een lichte zomerse dag aan het Boterdiep en de schoonheid van aangemeerde woonschepen.
Frédérique van der Palm.