Portret en face van vrouw in rode japon. Ze heeft bruin halflang golvend haar met een scheiding aan de linkerkant en heeft bruine ogen. Op haar wangen is een lichte blos. De vrouw draagt geen accessoires, geen hoed of sieraden, of uitbundige kleding. Tegen het rode vlak van haar jurk is een wit biesje afgezet en in de punt van de hals iets wat op een pin of speld lijkt.
De vrouw kijkt met een blik waar tevredenheid en belangstelling uit straalt. Er is misschien een kleine glimlach te bespeuren.
Het kunstwerk straalt een haast serene rust uit.
kunstenaar | George Martens (1894 - 1979) |
genre | Portret |
techniek | olieverf op doek |
afmetingen | 60 x 50,5 cm |
datering | 1936 |
signatuur | rechtsonder |
ploeglid | ja |
inventarisnummer | 00558 |
bijzonderheden | Docent aan de Academie Minerva te Groningen |
exposities | |
schenker | Dhr. R.G.E.G. Martens, Groningen |
aanwinstjaar | 1994 |
publicaties |
George Martens schilderde dit portret van een vrouw in 1936. In wat Casper Wechgelaer in Martens en Alida Pott – leven en werk, de derde van vier perioden noemt. Een periode die duurde van 1932 tot 1956. ‘De jaren van goede gezondheid, tochten met de tjalk ‘Alida’, en de eerste negentien jaar van zijn huwelijk met Carla.’ George leerde zijn eerste vrouw, Alida Pott, kennen toen ze samen aan Academie Minerva studeerden. Ze trouwden in november 1922, Alida overleed in 1931. In 1935, een jaar voor hij dit portret schilderde, hertrouwde George met Carla Uithof. George Martens wordt beschreven als een vrijpostige man, een haantje de voorste, een man met geldingsdrank en de brutaalste van de ploegleden. Hij was een boeiende en amusante verteller die graag de draak stak met anderen. Ondanks zijn uiterlijke bravoure was George ook een gevoelige man. Hij was kwetsbaar en bescheiden maar dat liet hij aan de buitenwereld zelden merken.
Het oeuvre van George Martens is niet groot, hij werkte alleen als hij er zin in had en geïnspireerd was. Zelf zei hij dat hij eigenlijk lui was geweest. Talent was voor hem een kwestie van geluk, hij schilderde voor zijn plezier maar ook om er de kost mee te verdienen. Hij wekte graag de indruk dat hij zomaar wat gedaan had en zich niet druk maakte over techniek. In werkelijkheid was George een serieuze werker die veel schetsen maakte en goed nadacht over hoe hij zijn werk vorm zou geven. Na afronding van zijn opleiding aan Minerva vestigde George zich in 1922 als kunstschilder in Groningen. Alida werkte in die tijd als tekenlerares aan de Kweekschool voor Onderwijzeressen.
In de beginjaren verdiende George zijn geld vooral met portretopdrachten. Hij schilderde portretten van bekende stadsgenoten of knie- en bustestukken van officieren uit het plaatselijke garnizoen. George hield van mensen en hij zocht graag gezelschap en vertier op. De meest opvallende werken van George zijn de grote, uitbundig geschilderde stadsgezichten. Uitdrukkingen als ‘onverschillig neergesmeten’ en ‘direct’ worden vaak gebruikt om het werk te beschrijven. Zijn hoogtijdagen beleefde George, volgens Doeke Sijens in Bezield met meer of minder moderne geest, in de jaren van 1925 tot 1932. ‘Het lijkt wel of zijn werk uit louter vuurpijlen bestaat.’ Het portret van deze vrouw maakte hij vijf jaar na deze periode en het valt vooral op door de haast serene rust die het uitstraalt. Het werk is niet uitbundig of met snelle streken neergezet. De vrouw kijkt met een blik waar tevredenheid en belangstelling uit straalt, naar iets buiten het doek.
Er speelt misschien zelfs een glimlach op haar lippen. Wat ze ziet of waar ze aan denkt kan de toeschouwer alleen raden. De vrouw draagt geen accessoires, geen hoed of sieraden, of uitbundige kleding zoals veel van de vrouwen in de portretten van Alida. Er is slechts het smalle witte biesje dat is afgezet tegen het rode vlak van haar jurk en in de punt van de hals iets wat op een pin of speld lijkt. Verder is er alleen de warme grijze achtergrond, de kleur van haar haar -die terugkomt in de donkere ogen- en de lichte blos op haar wangen. Haar leeftijd is moeilijk te schatten. Bij een eerste blik lijkt ze jeugdig maar als je beter kijkt, lijkt ze wijzer en volwassener. Wie de vrouw is, heb ik niet kunnen achterhalen. Wellicht is het Jet Jordens, echtgenote van ploegschilder Jan Jordens en goede vriendin met Alida en George. Maar het is moeilijk een gelijkenis te vinden met portretten die Alida van haar maakte. ‘Anders dan Alida was George vooral schilderkunstig geïnteresseerd in zijn modellen’, schrijft Annemarie Timmer in Bezield met meer of minder moderne geest. Toch lijkt hij dit portret met meer dan een schilderkunstige interesse te hebben gemaakt. En ook niet, zoals in vroegere jaren, voor het geld. Het is een liefdevol en persoonlijk portret. George lijkt om haar te geven en haar te kennen. Ook ik, als beschouwer, heb het idee in de lijnen en kleuren te kunnen zien wie zij was. Misschien is dat ook wel de kracht van een mooi portret en een begenadigd kunstschilder.
Mirte van Dijk.
Hofsteenge, C. e.a., 1993. George Martens en Alida Pott, leven en werken. Groningen, Benjamin & Partners, 1993. Burema, A., e.a., 2003. Bezield met meer of minder moderne geest. Groningen, Groninger Museum, 2003.